© Rootsville.eu

Catfisch & Cotton (B)
Blues
Herberg Koning Ezel - Lede
(29-02-2020)
reporter: Marcel & photo credits: Marc Blues Photography


info club: Koning Ezel
info band: Catfish & Cotton

© Rootsville 2020


2020 is een schrikkeljaar en net op die schrikkeldag trok ik richting herberg "Koning Ezel" te Lede, voor het optreden van Catfish & Cotton aka Marc en Luc Borms. Lang geleden dat ik de bluesbrothers nog eens aan het werk zag, dus, wegwezen dacht ik zo... Luc en Marc Borms , twee Deltafanaten, spelen akoestische country blues.

“Catfish & Cotton” ontstond toen ze tieners waren en een plaat in handen kregen van Sam 'Lightning' Hopkins. De muziek van deze bluesman greep hen bij de keel en liet hen nooit meer los. Ondertussen, 40 jaar later, hebben ze zich bevrijd uit vele gevangenissen en het leven heeft zijn sporen achtergelaten maar...ze 'leven' nog altijd de blues, om niet te zeggen dat ze de blues ‘ademen’. Beide bro’s reisden ettelijke keren naar Mississippi om er de Delta Blues te documenteren. In die mate dat brother Luc er zijn ziel en vooral zijn hart verloor en ondertussen pendelt tussen Natchez, Mississippi en Erembodegem.

Catfish & Cotton licht een sluier op van de blues cultuur. Wat maakt van de Delta een regio die zo beladen is met muziek die je naar het hart grijpt, ook al lijkt deze ruw en onbeschaafd? Wel dat gingen wij vanavond gepresenteerd krijgen. Songs over reizen, “slechte” vrouwen en drank en misschien een beetje dope.

Koning Ezel is een leuke joint, volledig behangen met kadertjes met cartoons. Eigenlijk een woonhuis waar hier en daar een stuk muur is weggehaald om het café gevoel te geven, maar uiteindelijk heb je meer het gevoel dat je in je eigen woonkamer staat. Patron Philip staat met een glimlach achter zijn toog en tapt ons een frisse Streuvels. Tja, “spécialité de la maison”: streekbiertjes en daar had ik echt niets op tegen sé.

Enfin we kwamen voor de muziek en de broers gingen onze wensen zonder morren verhoren. Marc achter de piano en Luc gorde zijn gitaar om en haalde ook geregeld zijn Mississippi saxofoon boven. De avond werd in gang getrokken met ‘Key To the Highway’ van Big Bill Broonzy. Hiermee was de toon gezet voor de rest van de avond, een roundtrip naar de Delta. Over vrouwen ging het in ‘Mean Mistreatin' Mama’ en met ‘Mississippi Liquor Blues’ belanden wij bij de drank. De Borms brothers zijn meer dan op elkaar ingespeeld, tja al die jaren bij elkaar, wat wil je? Alle songs worden op een leuke manier aangebracht en de humor is niet uit de lucht. Dit maakt het geheel meer dan aangenaam. Ik kreeg er voorwaar dorst van, “Philip, nog een Streuvelske!”. Met ‘Got The Blues (Can’t Be Satisfied) kwamen we aan bij Mississippi John Hurt, Marc’s held, om over te gaan naar een heel oude gospel song ‘Wayfaring Stranger’, heel sterk gezongen door Luc. Heel knap nummer by the way.

Dat Marc een virtuoos is op de keys , liet hij horen op Ray Charles’ ‘Messin' Around’, jammer genoeg niet genoeg plaats in de joint om de beentjes te strekken. Wie dacht enkel en alleen covertjes te horen was er aan voor de moeite, want de Erembodegems bluesbrothers schrijven een pak van hun songs zelf. Ze klinken zo origineel dat sommigen zich misschien zullen afvragen welke bluesgrootheid ze heeft gezongen, maar dan zijn ze er aan voor de moiete want de songs komen uit de Dender-delta zoals het knappe ‘Flat Tire Blues’ over de auto van Wes Lee met de welluidende naam “Betsy” of het leuke ‘Doing Nothing But Writing The Blues Blues’. De eerste set werd afgesloten met het formidabele ‘Hurricane’ van The Band of Heathens’, zeer pakkend. De korte pauze dient om de dorstigen te laven dus: “Philip doe nog maar een Streuvelske”.

Er werd op hetzelfde niveau verder gespeeld in set twee, te beginnen met ‘Darkness Of the Delta’ dat wonderwel past bij de doorleefde stem van Luc. Die vindt zijn weg al fingerpickend doorheen de delta. Marc’s pianospel is overduidelijk aanwezig in ‘Sweet Lovin Blues’ en met ‘Catfish & Cotton’, wel dan hebben ze het over zichzelf. ‘Shortway To Crazy’ is een nummer geschrven door Luc en vriendin Jackie over het over en weer pendelen van Natchez naar Erembodegem. Zo uit het leven gegrepen dus. Gezien Natchez niet ver van New Orleans ligt, was een overstapje naar Louisiana zo gemaakt met onder andere Professor Longhair’s ‘Tipitina’, it’s Mardi gras time baby !!! Stilaan fietsten we naar het einde van de gig maar we kregen toch nog een aantal pareltjes gepresenteerd zoals ‘The Door’ van de voor mij onbekende Malcolm Holcombe, Marc’s eigen interpretatie van John Hurt’s ‘Nobody cares For Me’ , op piano deze keer, om af te sluiten met het schitterende ‘Don’t Let Nobody Drag Your Spirit Down’ van Eric Bibb. De hele “living” wilde meer en dat kregen ze ook met ‘Cocaine Blues’.

Het was weer een fijne bluesavond met een zeer respectovol luisterpubliek en twee “bluesademende” muzikanten die duidelijk weten waar Abraham de mosterd vandaan heeft. Blues recht uit de buik, zoals ik het graag hoor en vooral veel eigen werk van hoog niveau.

Dikke pluim ook voor Philip, de uitbater van deze fijne joint. Dankzij mensen zoals hij wordt een genre dat door iedereen dood is verklaard meer dan levend gehouden. Blues is alive baby !!!

Marcel